Werk aan de winkel

Na de feestelijkheden in verband met het 150-jarig jubileum van De Hoop lijkt er een schijnbare rust in en om de molen ingetreden. Maar iedere zaterdag vindt er toch volop bedrijvigheid plaats. Voor de vele winkelverkopen worden er talloze zakken met meelproducten gevuld, wordt ons pannenkoekmeel samengesteld en maakt de builmachine overuren.

Soms wordt er zelfs op andere dagen gewerkt, met name als de winkelvoorraad te beperkt dreigt te worden en het samenstellen van ons onovertroffen pannenkoekmeel stagneert. Het opraken van de voorraad tarwemeel komt vooral omdat het geregeld niet hard genoeg waait om te kunnen malen. En dan wijken we uit naar een windrijke dag om te malen.

Naast het malen waren we druk met het reinigen van een maalkoppel dat niet meer de meelkwaliteit opleverde die wij wensen. Alvorens je kunt beginnen met reinigen, wordt het maalkoppel ontmanteld en de bovenste steen (de loper) opgehesen, omgedraaid en op stevige schragen boven de liggersteen geparkeerd. De foto toont de omgekeerde loper, hangend aan de beugels. Wanneer je door het gat in de loper kijkt, zie je het centrum van de liggersteen met daarin de kop van de bolspil.

De groeven in beide stenen worden schoongemaakt met plamuurmessen, verfkrabbers en staalborstels, waarna de stofzuiger er aan te pas komt. Vervolgens wordt het koppel weer in zijn werkzame toestand teruggebracht en kan het malen weer plaatsvinden. De behandeling van een maalkoppel is snel verteld, maar de molenaars zijn er toch met vier man twee zaterdagen mee bezig geweest.

Eén van die molenaars is onze nieuwe leerling Eric, die ook voor deze klus de handen uit de mouwen stak. Eigenlijk vormt het onderhoud van de maalkoppels geen onderdeel van de opleiding tot vrijwillige molenaar, maar daar maalt Eric niet om. Hij vindt alles waar technisch inzicht bij van pas komt interessant.

Ook wordt er druk gewerkt aan de vervanging van delen van het lichtwerk (ook wel “Het Paard” genoemd) van het andere maalkoppel. Die onderdelen waren aangetast door houtworm en ook leek de constructie niet voldoende veilig om het onderhoud nog jaren voor ons uit te kunnen schuiven. Wanneer het maalkoppel in bedrijf gaat wordt door de molenaar door middel van het “Het Paard” de lopersteen op de gewenste maalhoogte gebracht, inclusief de (blauwe) bolspil, de (rode) rijn en de daarboven aandrijvende steenspil met rondsel (niet weergegeven in de tekening).

Op bijgaand tekening kun je de belangrijkste onderdelen vinden die we vervangen: het (gele) paard en de (bruine) pasbalk van larikshout. Zo’n balk weegt ongeveer 190 kg, uitgaande van de door mij geschatte afmeting van 200x40x40 cm. Op de begane grond van de molen ligt momenteel de nieuwe balk te wachten op transport. Dat wordt nog een hele hijs naar de maalzolder!

VET VET COOL VET

Als molenaar moet je met je tijd meegaan, en iets VET vinden als je iets prachtig of geweldig vindt (in jongerentaal volgens de Dikke van Dale).

Afgelopen zaterdag kwam tot onze verrassing raadslid Wijbe Postma langs op de molen, met een cadeau van de FNP-riedsfraksje Tytsjerksteradiel in verband met het 150-jierrich bestean fan koarnmûne De Hoop. Een letterlijk en figuurlijk VET cadeau: reuzel en bijenwas.

Wij molenaars zijn daar natuurlijk reuze blij mee. Het VET in de vorm van reuzel, varkensvet dus, gebruiken we iedere week om de bovenas in het pen- en halslager te smeren. Door de eeuwen heen is reuzel het middel dat door molenaars in de kap van de molen wordt gebruikt. Ook om de kap soepel rond te kunnen kruien. Zo’n houten met riet gedekte kap inclusief wieken, bovenwiel, vangmechanisme en gietijzeren wiekenas met een totaal gewicht van ca. 13 ton, wil dankzij die reuzel wel glijden over de neuten van de onderbouw.

Wijbe Postma

Het VET in de vorm van bijenwas wordt jaarlijks gebruikt om alle kammen (tanden) en staven van de wielen in het gaande werk te smeren. Zowel bijenwas als reuzel hebben geen nadelige invloed op het hout, dat hadden de molenaars in vroegere eeuwen al ontdekt.

Bij de uitreiking las Wijbe bovenstaande “oorkonde” voor, waarvan de tekst in de vorige eeuw in de LC heeft gestaan.

Namens alle molenaars bedank ik hierbij de fractie van de FNP voor dit VETTE cadeau, waarmee we weer vele jaren ouderwets kunnen smeren.

Jan Borst

Viering 150-jarig jubileum Korenmolen De Hoop

Van de redactie (molenaar Jan).

Op 7 oktober 2017 vierden we het 150-jarig jubileum. Helaas kon ik niet van de partij zijn, maar oud voorzitter van de Stichting Korenmolen De Hoop Sumar, Binne Kramer heeft een impressie van het jubileumfeest gemaakt, in woord en beeld, waarvoor wij molenaars hem zeer dankbaar zijn. Onze hartelijke dank gaat vanzelfsprekend ook uit naar al die vrijwilligers die, voorafgaande aan en gedurende de feestdag, er geheel belangeloos voor gezorgd hebben dat we nu kunnen terugkijken op een geslaagde feestdag.

Hieronder en op pagina “De Hoop 150 jaar oud” het  verhaal van Binne Kramer.

Korenmolen De Hoop viert 150-jarig bestaan.

Ondanks het zonder meer abominabele weer werd het verjaardagsfeest van Korenmolen De Hoop in Sumar op passende wijze gevierd. De organisatie, in casu de molenaars zelf, hadden groots uitgepakt met een programma dat voor elk wat wils bevatte. Jammer dat niet ‘elk’ kwam kijken zaterdag, maar gezien het slechte weer was de opkomst toch opmerkelijk groot.

Maar ja, zet ergens een poffertjeskraam neer en verkondig luid en duidelijk dat die kleine pannenkoekjes gratis zijn en je hebt de helft van de gewenste klandizie al binnen. Maar, het was zoals een van de bezoekers het verwoordde: “Wy hiene dat waar fan it doarpsfeest hawwe moatten.’ Toen, twee weken geleden was het onverwachts schitterend weer, zonnig en voor de tijd van het jaar zelfs warm. Maar het gezegde luidt nou eenmaal niet voor niets: ‘soms zit het mee, soms zit het tegen’ en dat laatste was zaterdag het geval. Koud, winderig en regenachtig, wat heet regenachtig, het is de hele dag niet langer dan een half uurtje droog geweest. En toch, geloof het of niet, werd het een uiterst sfeervol feest waarvan zij die de moeite hadden genomen om te komen kijken, volop genoten.

Eigenlijk waren dat er nog best wel veel. Droog met een zonnetje had het allemaal wat feestelijker, wat ‘nofliker’ gemaakt, zeker, maar je hebt het er nu eenmaal mee te doen. En omdat de organisatie weigerde bij de pakken, zakken in dit geval, meelzakken om precies te zijn, neer te gaan zitten, werd het toch nog gezellig.

Redactie: volgens onze penningmeester hebben meer dan 200 personen het jubileumfeest bezocht. Het vervolg van deze impressie vindt u hier.

Ik was er ook, in de molen, woef

Het draait om historisch besef

Eerder schreef ik in deze weblog dat het draait om pi en om de vrijwillige molenaar. Natuurlijk is dat maar een stukje van de waarheid. Eigenlijk draait het om de geschiedenis van de molen en van de inwoners van Sumar. Het draait om historisch besef ten aanzien van eerdere generaties in en om Sumar, die industriële monumenten vervaardigden om te voorzien in hun levensonderhoud. Monumenten zoals molens, historische gebouwen en standbeelden geven ons enig inzicht in vroegere tijden, ongeacht of die vroegere tijden in onze huidige beleving meer of minder fraai waren. Monumenten verdienen het om behouden te worden voor toekomstige generaties, om de geschiedenis door te geven.

De Gemeente Tytsjerksteradiel, eigenaar van de molen, is zich hier gelukkig van bewust en investeert regelmatig in het onderhoud van De Hoop, één van de ca. 1.200 molens die nog bestaan in Nederland.

Ooit, omstreeks het jaar 1700, stonden er zo’n 12.000 molens in Nederland te draaien. Door het droogmalen van polders werd het bebouwbare landoppervlakte vergroot. Door migratie van bevolkingsgroepen uit zuid Europa naar de welvarende Nederlanden was er steeds meer capaciteit nodig aan koren- en zaagmolens, om maar eens twee verschillende industriemolens te noemen. De magen van de groeiende bevolking moesten worden gevuld. De zeemacht en de VOC hadden hout nodig om hun bestand aan schepen op peil te houden en te vergroten. Ook voor huisvesting en bedrijven was heel veel zaagcapaciteit nodig.

Na de Gouden Eeuw ging het langzaam bergafwaarts met het aantal molens, en de opkomst van het stoomtijdperk in de loop van de 19de eeuw vormde feitelijk de genadeslag voor veel wind-aangedreven molens. De toenmalige duurzame industrie met windmolens werd de nek omgedraaid, de productiviteit moest omhoog, en dat was niet realiseerbaar met ouderwetse weersafhankelijke werktuigen.

1867 De Hoop te Sumar

Ondanks de opkomst van stoomwerktuigen werd er in Sumar nog een molen geplaatst in 1867, waarmee tot 1947 door beroepsmolenaar Anne van de Wal is gemalen. In de stenen onderbouw van de molen is een steen met dit jaartal aangebracht. Het jaartal 1874 in de gietijzeren bovenas duidt erop, dat er later (misschien na de brand van 1882) een andere as in de molen is geplaatst. Volgens overlevering zou de houten bovenbouw van de molen oorspronkelijk in Kootstertille hebben gestaan en vandaar naar Sumar zijn overgeplaatst.

Hoe dan ook, wij gaan uit van het jaartal 1867 in de onderbouw. En dat betekent dat de molen dit jaar 150 jaar bestaat. Een jubileum dus, en dat feest vieren we op zaterdag 7 oktober aanstaande, ijs en weder dienende. Voor het feestprogramma klik hier.

Meer informatie over Korenmolen De Hoop is te vinden in het boekje “’De Hoop’, De laatste industriemolen in Tytsjerksteradiel, dat gemaakt is door oud molenaar Kees Spithost. Het boekje is te koop op de molen, ook op zaterdag 7 oktober a.s.

Het draait om vrijwilligers

Het onderhoud van De Hoop wordt voor een belangrijk deel uitgevoerd door gerenommeerde molenmakers, aannemers en schilders. Maar ook de vrijwillige molenaars dragen hier een flink steentje aan bij. En je kunt er oud mee worden!

In juni liet de builmachine het afweten. Met die grote ronddraaiende zeef wordt de met onze molenstenen gemalen tarwe gesplitst, van volkoren tarwe naar de delen tarwebloem, gries en zemelen.

Door een versleten lager van een van de aandrijfwielen liep de snaar van het wiel, zoals bij een fiets de ketting er wel eens af wil lopen. Gelukkig was daar onze 84-jarige molenaar Rein die thuis een draaibank heeft staan. Binnen een week had hij een nieuw lager in het centrum van het versleten wiel aangebracht. De builmachine draait inmiddels zijn rondjes weer.

Ook in deze vakantietijd wordt er gewerkt in de molen. Op zaterdag 5 augustus is het laatste door weer en wind aangetaste windbord vervangen door een nieuw exemplaar, dat wederom vakkundig door de 83-jarige molenaar Jaap werd gefabriceerd. Weken achtereen was hij bezig met kopiëren, zagen, schaven, passen en meten, kitten, verven, schuren en wederom verven totdat hij tevreden was. Alleen het paswerk en het bevestigen hoog in de wieken liet hij wijselijk over aan zijn klimmende collega’s. De vaste windborden in de wieken zijn nu weer in goede conditie, een klus die ruim 100 uur inzet van onze vrijwilligers vroeg.

Inmiddels is gestart met de schoonmaak en renovatie van het maalkoppel dat zich aan de noordzijde op de steenzolder bevindt. Begonnen is de kuip om de stenen te ontmantelen om vervolgens de binnenzijde grondig te reinigen van de in de loop der tijd aangekoekte meelaanslag.

Afgelopen weekend zijn door de molenaars Meindert (73) en Harry (69) de stenen van elkaar gescheiden. Eerst is de aandrijvende steenspil met klauwijzer weggetakeld, vervolgens is met behulp van de steenkraan de loper van de rijn gelicht, daarna omgedraaid en op balken naast en deels boven de ligger geplaatst. Tevens zijn de bolspil en de rijn , waarop de loper rust weggenomen. Ter toelichting bijgaand een technisch tekeningetje voor de liefhebbers.

Er is een begin gemaakt met schoonmaken van de loper en het inspecteren van de technisch toestand ervan. Is de steen nog oké, is het slijpsel (maalgedeelte nog scherp of moet er door de molenaars gebild worden met de bilhamer, of besteden we dat uit aan een gespecialiseerd bedrijf. En ook de onderste vaste steen, de ligger, ontkomt niet aan zo’n schoonmaakbeurt en inspectie.

loper – ligger – bilhamer

De bolspil rust een zolder lager op de zogenaamde pasbalk. Die balk is aan vervanging toe. Op de begane grond ligt inmiddels een zware lariksbalk waaruit de nieuwe pasbalk zal worden gezaagd. Maar voordat dat gebeurt naderen we alweer het einde van de zomer.

Wilt je ook eens een open maalkoppel aanschouwen. Grijp dan nu je kans. We zijn iedere zaterdag open van 9:00 tot 14:00 uur

Het draait om π.

Hij heeft een klap van de molen. Dat zegt men wel van iemand die niet goed bij zijn verstand is. Technisch gesproken kan een molenwiek een rake klap uitdelen, wanneer je even niet oplet.

Het is ook niet verstandig om in de buurt van draaiende wieken te komen, daarom zorgen de molenaars er voor dat de toegang tot het deel van het molenerf of van de stelling waarover de wieken draaien afgeschermd wordt. Toegang verboden! Maar het blijft altijd opletten geblazen, er zijn soms (kleine) lieden die hun eigen weg gaan.

Gasten op de molen vragen wel eens hoe snel zo’n molenwiek de stelling passeert, of ze schatten de snelheid zelf. En die schattingen lopen nogal uiteen, van 20 tot wel 100 km per uur. Toch is het niet moeilijk om de snelheid van de tip van de wiek te bepalen.

Als je maar weet dat het om π (Pi) draait.

In de wiskunde wordt Pi gedefinieerd als de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel. Dus π = de omtrek gedeeld door de diameter. En dat geldt dus voor iedere cirkel. De wiskundige straal r van een cirkel komt overeen met de lengte van een molenwiek, de diameter d van een cirkel komt overeen met de roedelengte (2 wieken). Wanneer je dus de lengte van de roede weet, kun je de omtrek berekenen. De omtrek is dan 2πr of πd. De waarde van π is gelijk aan 3,14159265359 … Om te rekenen gebruiken we 3,14 want het resultaat komt niet op een centimeter.

De roede van korenmolen De Hoop is precies 21 meter lang. De uiteinden van de wieken beschrijven dus een cirkel door de lucht. De berekende omtrek is (π) 3,14 x 21 meter = 65,94 meter.

Dus iedere keer dat een wiek zijn rondje draait, legt het topje van de wiek die afstand af. Wanneer wij tarwe malen willen we graag met 60 endjes draaien. Dat wil zeggen dat er per minuut 60 wieken de stelling passeren. Een en dezelfde wiek komt dan dus 15 keer voorbij en legt in die minuut 15 x 65,94 = 989,1 meter af. Per uur is dat dus 60 x 989,1 = 59.346 meter, dus ruim 59 kilometer per uur.

Dus bij onze roedelengte van 21 meter is de snelheid van de wieken in km/uur vrijwel gelijk aan het aantal endjes dat per minuut de stelling passeert. Bijna 60 km per uur komt overeen met 60 endjes per minuut.

Met deze kennis kun je bijvoorbeeld ook uitrekenen wat de roedelengte moet zijn om exact met 60 km/uur synchroon te lopen met het 60 endjes per minuut.

Hoezo snelheid?

Om een wiek een snelheid van 60 km/uur te laten draaien, zal de wiek per minuut 1 km moeten afleggen. Bij 60 endjes (vier wieken) zal één wiek 15 keer per minuut langs de stelling scheren, dus legt die wiek 1.000 meter / 15 = 66,66 meter af, de omtrek van de cirkel.

Door deze omtrek te delen door π verkrijgen we de roedelengte: 66,66 / 3,14 = 21,23 meter. Zo zie je maar dat je met een klein beetje wiskunde meer inzicht krijgt in de snelheid van wieken!