De Hoop 150 jaar oud

1867 – 2017

Korenmolen De Hoop in Sumar bestaat dit jaar 150 jaar.

Korenmolen De Hoop draait dus al 150 jaar zijn rondjes in Sumar, en dat hebben we  gevierd op zaterdag 7 oktober 2017. Diverse activiteiten waren er georganiseerd en vonden plaats op het weiland achter de molen alsmede in en om de molen.

Na ons logo een impressie van het jubileumfeest, gemaakt door Binne Kramer, oud voorzitter van de Stichting Korenmolen De Hoop, woonachtig aan het Mounepaed, met zicht op de molen.

Impressie van het jubileum van Korenmolen De Hoop te Sumar.

Suterich

Het ziet er niet echt hoopvol uit als ik op de vroege zaterdagmorgen naar buiten, in de richting van de molen dus, kijk. Speel ik eindelijk eens een thuiswedstrijd, is het ‘klearebare hjerst’. Maar er zijn ook ‘droege perioaden’ in het vooruitzicht gesteld en dus houden we hoop. Vanuit mijn huiskamer kan ik de activiteiten rond de molen, Korenmolen De Hoop om precies te zijn, nauwlettend volgen en dus ga ik kijken als de eerste gasten zich zo rond een uur of tien melden op het Mounepaed.

In de molen is het in ieder geval droog en de aanwezige bakoven verspreidt een aangename warmte, hier is het wel uit te houden. Hier is ook koffie en zelf warm brood, vers gebakken, verser kan het niet. Uiteraard met meel uit de molen. Het is nog rustig, ja wat wil je. ’It is kwalik ljocht’.

Toch maar even een rondje langs de velden dan. Buiten zijn mensen van een vliegerclub druk bezig met enorme vliegers op te laten. Nog niet eens zo eenvoudig, rondom het terrein waar dat moet gebeuren staan veel bomen en pas als de draken, zo noemden wij ze vroeger, we deden aan draakjefleanen, boven de windschaduw uitkomen, blijven ze staan. Er zijn prachtige exemplaren bij, vooral die gekleurde. Die witte steken nauwelijks af tegen de egaal grijze lucht, op de foto moet ik erom zoeken zeg maar.

De poffertjeskraam is al open en dat kleine keukentje op wielen staat als een baken van warmte en oud Hollandse gezelligheid op een nog leeg weiland. Maar de eerste klanten, kinderen uiteraard, melden zich al heel gauw. “Se binne gratis mem”, zegt een klein jongetje hoopvol en jawel, even later loopt hij heerlijk te snacken van een bordje met van die kleine pannenkoekjes. Ze staan nog niet in rijen van vier te wachten, maar dat komt nog wel, hoop ik. In de beide partytenten is het ook nog niet druk en het gesprek gaat, nou wat dacht u, over het weer. “Spitich foar al dat wurk dat dy minsken der fan hân hawwe’.

GERS Ik ga terug naar de molen, daar komen de eerste belangstellenden kijken naar de broodbakdemo en luisteren naar een trekzaktrio met de wat vreemde naam ‘GERS”. GERS, dat betekent gras in het Frysk, maar ik kan zo gauw de link met trekzakmuziek niet leggen. Een van de drie dames brengt me op de hoogte. De groep bestaat regulier uit vier speelsters, die vierde staat nu te zingen in het shantykoor. GERS blijkt een naamwoord, het zijn de vier voorletters van hun namen. Mysterie opgelost. Ze spelen passende muziek en dat zijn Fryske ferskes en ook walsen van André Rieu, dat is ongeveer de bandbreedte. Klinkt prima en het past naadloos in de sfeer die in de oude molen heerst, het is een mix van gezelligheid en nostalgie. Jammer genoeg heb ik een flitser nodig om foto’s te maken. Jammer genoeg, want dat licht is hard en koud en haalt eigenlijk meer van de sfeer weg dan me lief is. Maar soms kan het niet anders, indirect flitsen scheelt al een heleboel.

Picknicktafels. Ik heb ze al zien staan, twee gloednieuwe en fraai uitgevoerde picknicktafels, op het grasveld om de molen. Om er gezellig aan te zitten met een kopje koffie of een ander drankje, zonnetje erbij, stukje vers gebakken koek of brood. Ja ja, maar vandaag dus even niet. Maar het is de bedoeling dat deze vanmorgen officieel worden overgedragen aan het bestuur van de molen. Aanbieder is, dat kan in Sumar bijna niet anders, SONAC, het bedrijf dat je met vlaggen en spandoeken bij vrijwel elke manifestatie tegenkomt in Sumar en wijde omtrek. De directeur, dat was toen Dirk Kloosterboer, heeft me ooit eens uitgelegd dat zijn bedrijf deze sponsoring beschouwde als een ‘maatschappelijke contributie’. En eigenlijk vond en vind ik dat wel een passende omschrijving. 

Een van de molenaars haalt me erbij, er moet natuurlijk wel even een foto gemaakt worden als zij met behulp van een SONAC-vertegenwoordiger het landbouwplastic waar onder het fraai gelakte meubilair nu nog schuil gaat, wordt weggetrokken. Dat is nog een heel ‘ochheden’, alles is nat en glad, maar na enig manoeuvreerwerk lukt het en dan komen de beide picknicktafels te voorschijn.

Een echte aanwinst voor de molen in zijn functie als publiekstrekker en stekje om uit te rusten voor de vele toeristen die hier met name in de zomer langskomen. ’s Zaterdags is het er druk, wij kunnen dat vanuit ons huis mooi zien. Ook groepen, veel buitenlanders weten de molen ook prima te vinden, met name kinderen vinden zo’n draaiend stuk werelderfgoed prachtig. Dat is het ook. De Hoop is nu al 150 jaar een beeldbepalend monument in Sumar en als ook de volgende generatie(s) er op passen zoals dat nu gebeurt door de vrijwillige molenaars in samenwerking met de gemeente Tytsjerksteradiel, die is officieel eigenaar, kan hij nog wel anderhalve eeuw mee.

Maar dan moet hij blijven draaien, een stilstaande molen is ten dode opgeschreven. Aan het enthousiasme van deze generatie ‘mounders’ zal het niet liggen, dit jubileumfeest bewijst dat nog maar eens ten overvloede. Om de betrokkenheid van de gemeente te onderstrepen komt in de loop van de ochtend wethouder Geerling Schippers op bezoek. Hij laat zich rondleiden en uiteraard moet hij even een stukje koek of brood uit de bakkerij in de molen proeven.

Ik ga weer even naar buiten, in een grote aanhangwagen van buurman Aise zingt een shantykoor en dat klinkt prima. Het is muziek die prima past bij allerhande gelegenheden en zo’n 150-jarig jubileum is er daar een van. Dit zijn ‘De Broekophâlders’ uit Eastermar en zij zijn wat het weer betreft wel wat gewend, bovendien staan ze nu droog en uit de wind. Het publiek zit een eindje verder in een paar grote partytenten, echt dichtbij staan is vandaag geen optie. “Lêst fan it waar, wêr ha jo it oer, eins sjonge wy it bêste mei striemin waar.” En inderdaad, het klinkt prima, vindt ook een bezoeker die weer en wind trotseert: “Dit koar past hjir skoan, it is wat broeksakkerich waar netwier?”

Hoeveel bezoekers er nu in totaal zijn geweest word ik niet gewaar, ik weet ook niet of het door iemand is bijgehouden, alles was immers gratis. Wat ik wel weet is dat de bezoekers zich prima vermaakt hebben, ik heb Sumarders gesproken die in al die jaren nog nooit in de molen waren geweest: “Mar wy kommen fêst noch wolris wer, hartstikke leuk.” Elke zaterdag tot twee uur kunnen belangstellenden komen kijken, dan wordt er gemalen, uiteraard ijs en weder dienende. En natuurlijk alleen als de weledelgestrenge heer Aeolus een beetje meewerkt, met andere woorden: als er genoeg wind is.

Binne Kramer