Warme cake voor molenaars en AZC-gasten

Onze vaste klanten weten het al lang. Wij molenaars zijn zaterdags om 9.00 uur aanwezig, maar voor het kopen van meel kun je eigenlijk pas om 9.30 uur terecht. Tot die tijd bespreken wij “de toestand in de wereld” onder het genot van een kopje koffie.

Rinze de Vries uit Sumar was op de windstille 3de december onze eerste klant. “De toestand in de wereld” was nog niet geheel de revue gepasseerd. Rinze klopte bescheiden op de deur van de molenaarsverblijf, opende deze en bood ons een cake van speltmeel aan. Hij was die morgen aan het bakken geslagen en dacht: “Ik maak er één extra voor de molenaars!” Een gedachte die wij als molenaars van harte aanbevelen. De nog warme cake liet zich in de loop van de ochtend heerlijk smaken. Niet alleen de molenaars waren enthousiast, maar ook onze AZC-gasten van vandaag.

Sinds enige tijd brengt het FNP raadslid Wijbe Postma uit Eastermar wekelijks een bezoek aan De Hoop, samen met steeds weer een ander groepje bewoners van het AZC in Burgum. Wijbe en molenaar Anne zijn dorpsgenoten en kennen elkaar ook van het Eastermarder koor Koardinaasje, dus een afspraak voor de periodieke bezoeken was snel gemaakt. Wijbe voelt zich heel erg betrokken bij het lot van deze mensen en heeft zich daarom als vrijwilliger aangemeld bij het AZC in Burgum. De uitstapjes zijn bedoeld om, zoals hij zelf zegt: “De druk dy’t hja -mei harren bern- fiele oer de ûnwissens fan har takomst troch driging fan útsetting en de bern dy’t dêrfan it slachtoffer wurde kinne, wat fermindere wurdt.”

Wijbe met enige AZC gasten
Wijbe met enige AZC gasten

Maar het is tevens voor hen een prachtige gelegenheid kennis te maken met een typisch Hollands “product”, de maalvaardige korenmolen De Hoop. Molenaar Jan Borst vertelt er graag over al moet dat geregeld met handen en voeten: “Het zijn ook zulke aardige mensen, vol belangstelling voor de oude techniek. De mannen geven er soms blijk van dat ze zo mee zouden willen gaan werken, ook in de werkplaats waar onderdelen van de molen worden vervaardigd. Onderling hebben ze dan hele (vermoedelijk technisch) discussies, in bijvoorbeeld het Farsi (Persisch). Dan haak ik dus compleet af. Opvallend is dat de (jonge) vrouwen het Nederlands behoorlijk kunnen volgen, soms zelfs ook prima spreken. Zij treden meestal op als tolk in het gezelschap”.

Inmiddels hebben Afghanen, Irakezen, Serviërs, Zambianen en Syriërs onze molen bezocht. We zijn benieuwd welke nationaliteiten we nog meer kunnen verwelkomen.  (NB. deze blog is een co-productie van Anne en Jan)